
Gummbah:
25 Years of Painting
Opening op 18 december bij Art Partout in Antwerpen
GUMMBAH: 25 Years of Painting
We leven in een wereld die wordt geteisterd door oorlog, pandemieën, overstromingen, vulkaanuitbarstingen, ontberingen, honger, hebzucht en, bovenal, het zinloos streven naar succes.
Één man houdt dapper stand tegen deze waanzin, vanuit zijn arbeiderswoning in Tilburg: Gummbah.
Reeds decennia weigert hij – als kunstenaar, als man, als mens – mee te doen aan de rat race, de weg naar boven, de lonkende stip aan de horizon, aan perspectieven, life goals, bucket lists, want hij weet: ieder schilderij is een nederlaag.
Preciezer: het leven is een nederlaag, of nog preciezer: een opeenstapeling van nederlagen. Daar verandert niemand wat aan, ook de duivel en zijn ouwe moer niet.
Want dat is werkelijke mindfulness: opgeven.
Iedere dag weer, om half 5 in de ochtendstond, vertrekt Gummbah naar zijn lommerrijk gelegen atelier. Daar werkt hij noest aan een immer uitdijend oeuvre, een alles omspannend universum, en voelt hij zich, ondanks alles, een omnipotent wezen. Vijfentwintig tropenjaren werkt hij reeds aan schilderijen op canvas, louter en alleen om zijn steentje bij te dragen aan het welzijn van de mensheid.
Dat ze zelden werden getoond, is alleen maar een pré.
Want dat is namelijk de trieste keerzijde van succes: teveel gezien worden.
Een overschot aan teveel, dat is de pijn van dit bestaan.
OvG,
November 2021
‘In de geschilderde wereld van Gummbah is, anders dan in zijn cartoons, ruimte voor mildheid, twijfel en mysterie. Dat komt onder meer door de geschilderde lagen: je ziet in doorschemerende onderlagen soms dat hij oudere afbeeldingen heeft overgeschilderd. Door die gelaagdheid, dat geschilderde zoeken, worden sommige schilderijen mysterieus krachtig. Zoals ‘Not now Jesus’, waarin een Lijkwade-van-Turijn-gezicht lijkt te verschijnen in de dikke verf. Of ‘Trampoline from Hell’: wie springt verdwijnt in een onpeilbaar diep zwart gat.’ Paul Steenhuis, NRC Handelsblad (over de expositie bij Stigter Van Doesburg)