
OvG over Servaas
in catalogus ‘ben ff vissen’
De toekomst van Servaas
Ik heb Servaas nooit gekend.
Mijn eerste ex-vrouw – er zou nog een tweede ex-vrouw komen, maar inmiddels ben ik in veilig water beland en voor de derde en tevens laatste keer getrouwd – kwam uit Hoorn, dat dan weer wel.
Toen ik voor het eerst bij haar thuiskwam stond er een blikje vislucht van Servaas in de vensterbank, zoals bij zoveel mensen die hun roots in de jaren tachtig en negentig hebben, maar daar kwam ik pas later achter.
We spreken hier over het jaar 1994, en ik was toen nog niet door het kunstvirus aangetast, dat kwam pas een paar jaar later, toen ik een uitgeverij had opgericht en een bestseller in handen had, die veel geld in het laatje bracht. Als man zonder hobby’s – in de zin van: auto, sieraden, kleding, design en ander materieel spul waar mensen met geld zich mee omringen – wist ik eigenlijk niet waar ik het aan moest uitgeven, en kwam toen bij kunst uit.
Sindsdien heb ik meer dan 1000 kunstwerken gekocht, en het houdt niet op, nooit.
Servaas kwam daarna steeds op mijn pad, al die jaren. Ik zag zijn werk opduiken op veilingen (en kocht het dan), het werd me soms aangeboden (en kocht het dan), het kwam voorbij op Catawiki (en kocht het dan) en, recent, in de galerie Art Kitchen van Jeannette Dekeukeleire (en kocht het dan) en ik vond het eigenlijk steeds beter, dat werk van Servaas, en steeds moderner (qua thematiek, qua uitvoering), frisser (oranje!), grappiger (de instructievideo’s voor aspirant-kunstenaars, hoe zich te presenteren aan galeriehouders) en vooral: relevanter.
De mix van humor, zakelijkheid en oprechte betrokkenheid bij mens en natuur, kom daar eens om tegenwoordig. Lachen om de kunstwereld, waar je uiteindelijk toch ook altijd weer zelf deel van uitmaakt. Kunst als product, als iets waar je helemaal niet verheven over hoeft te doen, geen moeilijk bril voor hoeft op te zetten als je er gewoon van wilt genieten. Door de zee te claimen (verkopen dat water), door de gebakken lucht heen te prikken (inblikken die vislucht), door kunst letterlijk als object te verkopen.
In 2017 ontmoette ik in galerie Art Kitchen Trudy (de vrouw van Servaas) en Wessel (de zoon). Dochter Eveline was er niet. Ik hoorde dat ze het moeilijk vond om het werk te zien, het riep oude pijn op.
Begrijpelijk.
Maar sinds die expositie had ik contact met de familie, en met Gerard, de broer van Servaas. En zaten we soms te fantaseren over het werk, wat je ermee zou kunnen doen, in leven houden, hoe je het zou kunnen doorzetten.
En toen was daar opeens het ei van Columbus: & Zn.
Waarom niet het vintage werk – gemaakt door Servaas zelf – nieuw leven inblazen? Er waren prototypes, er waren tekeningen die als schets voor uit te voeren werk dienden, de blikken konden opnieuw worden gemaakt en van een wikkel voorzien worden, uitgevoerd door de familie, want & Zn. moet opgevat worden als ‘de kinderen’.
Bij Wessel werd de kiem geplant bij de expositie bij Art Kitchen, daar zag hij ook hoe hij het wilde doen: in de geest van zijn vader, die altijd zeer georganiseerd was, die alles keurig had achtergelaten, van briefpapier tot stickers, faxen, een heel archief.
Het kon allemaal zo weer opgepakt worden.
De toekomst!
Servaas vond dat altijd veel te zwaar over kunst werd gedaan, het moest weg uit de musea. Het is gewoon een artikel, en galeries werden door hem gezien als ‘branches’, als plekken waar kunst ‘verhandeld’ wordt. Als werk van Servaas getoond werd, hing hij een plakkaat boven de ingang van de galerie. Een artistiek staaltje territorial pissing.
Nu rijdt Wessel door Hoorn, met een aanhangwagen die bestickerd is met Servaas-uitingen, precies zoals zich in de jaren negentig een tram door Amsterdam slingerde, beplakt met Servaas teksten.
Wessel: ‘Je kunt op de Servaas-lijn gaan zitten, en daardoor & Zn. voortzetten, hij heeft feitelijk een bedrijf achtergelaten, geen nalatenschap. Toen de show in Art Kitchen plaatsvond, dacht ik: iemand heeft er geloof in, het kan weer wat worden, daar kreeg ik energie van. En door die show weet ik zelf het beste wat ik wil, en hoe mijn vader het wilde. Het werk is eigenlijk nooit weggeweest.
Voor mijn zus was het altijd moeilijk, ze is ook wat ouder dan ik, ze heeft het verlies van mijn vader ook bewuster meegemaakt. Maar ze vindt het werk mooi – het lag alleen al die jaren op zolder, en we wisten niet wat we ermee aan moesten, we hadden geen drive om er iets mee doen. Maar door Jeannette gingen we aan de slag, daardoor heb ik de loods ingericht als galerietje, ik haalde het werk van zolder af, en toen kwam mijn zus binnen. Ze moest huilen, en ik kon alleen maar denken: nu heb ik al gewonnen, omdat Eveline daar heel veel gevoel bij had, bij het werk van onze vader, het was een overwinning voor mijn moeder, mijn zus, en mijzelf.’
De toekomst!
De expositie ‘ben ff vissen’ is nog tot en met 5 september te zien in De Roode Steen in Hoorn