Jeroen Olyslaegers

Jeroen Olyslaegers (Mortsel, 1967) schrijft columns, theaterteksten en proza, en woont en werkt in Frankrijk en Antwerpen. Met zijn romans Wij (2009, genomineerd voor de Gerard Walschap Literatuurprijs) en Winst (2012) maakte hij zijn rentree in de Nederlandse letteren. In 2014 ontving hij de Arkprijs van het Vrije Woord voor zijn werk en maatschappelijk engagement, en de Edmond Hustinxprijs voor zijn theateroeuvre. Hij brak in 2016 door naar een breed publiek met de roman WIL, dat in vele landen in vertaling is verschenen. Het boek werd bekroond met de Fintro Literatuurprijs (vakjury en lezersjury), de Confituur Boekhandelsprijs, de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Proza, de F. Bordewijk-prijs en stond op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2017 en de Inktaap. In 2020 verscheen Wildevrouw, waarmee, volgens De Standaard, Olyslaegers ‘de voorlopige kroon op zijn werk’ schreef. Het werd met vijf ballen toebedeeld. Radio Klara wijdde een vijfdelige podcast aan Wildevrouw. In september 2022 verscheen de novelle Willem en mijn wellust. Op 21 september 2023 ging de verfilming van Wil in première. Knack vroeg aan 70 literatuurexperts welke Nederlandstalige boeken uit de 21e eeuw men absoluut gelezen moest hebben. Daaruit rolde een top 50, Wil staat op plek 10 en Wildevrouw op plek 35! De hele top 50 is hier te vinden.

Bibliografie:

Navel (Kritak, 1994)

Il faut manger (Houtekiet, 1996)

Open gelijk een mond (Prometheus, 1999)

Wij (Meulenhoff/Manteau (2009)

Winst (De Bezige Bij, 2012)

WIL (De Bezige Bij, 2016)

Wildevrouw (De Bezige Bij, 2020)

‘Meer nog dan de smeuïge complotten, de soms stuitende, soms komische, altijd overtuigend weergegeven gebruiken uit die tijd, meer nog dan de beeldenstorm en de gevechten, dan de bijrollen van Pieter Bruegel en Willem van Oranje, en de mysterieuze wezens in een achterkamer van de herberg, is dát wat je uiteindelijk door de ruim vierhonderd pagina’s heen sleurt: Olyslaegers’ subtiel dwingende, schitterende stijl.’ Het Parool

‘It is Will’s inner darkness that drives this book, and it lends a ferocious energy to the narration. He is a Cassandra, cursed to speak harsh truths about humanity’s essential baseness: “Oh my grotesque poet’s heart!” Like Cassandra, Will finds few with the stomach to listen, or to read his poetry. He describes human history as “a stream of filth, bastardry that never stops, not really”. The occupation was just a more extreme version of what he sees everywhere, at all times, and in all of us: cowardice, greed, self-interest. Will’s moral world has few shades of grey; mostly he shows us varying depths of black, each growing darker than the last, all the way to the closing pages. Olyslaegers seems intent on pulling the scales from our eyes, and if he offers a vision without hope, it is also a vision pursued with rigour.’ The Guardian

‘De schrijver drenkt het geheel in een smeuïge en jaloersmakende strakke taalbeheersing en laat het verhaal traag, maar geen pentameter té traag, ontbolsteren. Wildevrouw is nu mijn favoriete Olyslaegers.’ HUMO

Foto Jeroen Olyslaegers Wil.jpg
Foto Jeroen Olyslaegers Wildevrouw.jpg