Speech Jeroen Olyslaegers bij expositie 'Composing a Memory' van Nick Andrews bij galerie De Zwarte Panter

Lieve mensen,

Het is moeilijk om niet over vriendschap te spreken wanneer het over het werk van mijn broeder Nick Andrews gaat. Ik heb nooit gehoopt dat ik zijn werk zou kunnen duiden of aan wie ook verklaren. Zo werken zijn kleuren niet wat mij betreft. Zijn werk op papier of doek of steen kan ik niet vangen met een duidend kader. We hebben een wereld nodig, een hart en schoonheid. In feite zijn we er dan al om te beleven wat mijn vriend te bieden heeft.

Er schort wat aan die wereld, dat beseffen we allemaal. De duisternis die we zien lijkt ons tot ramptoeristen te maken en tijdens deze onzekere tijden verdringen we dat er zoveel andere onzekere tijden zijn geweest en dat die zich niet allemaal afspeelden tijden de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw. Antwerpen tijdens de zestiende eeuw was een en al onzekerheid. Mensen maakten met elkaar ruzie over de vormen van geloof die ieder van hen beleden. Op een bepaald moment werd het zo serieus dat er bijna een burgeroorlog uitbrak in deze stad, die helaas een voorbode bleek voor een lange oorlog.

Waarom vertel ik u dit?

Niet om u te versomberen.

De cartograaf Abraham Ortelius had een grote vriendschap voor de schilder Brueghel. In een brief aan zijn neef in Engeland laat Ortelius weten dat het kiezen is tussen de pest en de cholera wat al die religieuze kampen betrof, maar dat er een ding bestond dat zich boven al dat gewemel der opinies en gezindheden verhief en dat was de vriendschap. Zelfs in oorlogszuchtige tijden wisten mensen als Ortelius contact te houden met zijn vrienden in heel Europa dankzij brieven, en dankzij prenten en kunst. Vriendschap, dames en heren, bracht moed en dat wisten die humanistische dames en heren maar al te goed.

In mijn roman Wildevrouw heb ik beweerd dat Ortelius en Brueghel in een geheim genootschap zaten dat ‘Huysgezin der Liefde’ werd genoemd. We weten weinig over deze bende, buiten het feit dat ze niet dogmatisch waren, dat zowel vrouwen als mannen er welkom waren, en dat ze zich onder elkaar waarschijnlijk distantieerden van de waan van de dag en of nu iemand paap was of calvinist. Hun symbool, niet toevallig, was een hart. Vergeef mij mijn waan daarover, maar ik heb Nick en mezelf en zoveel artistieke vrienden beschouwd als de nazaten van deze zogenaamde ‘familisten’, wij die ons eigen Huis der Liefde beleven.

Nicks werk komt uit zijn hart en onze harten hebben al vaak hetzelfde ritme gedeeld. Drie boeken hebben we samen gemaakt. Wandering Eye, Beyond the Scene en Sacred Themes. In geen van die drie boeken wordt op inhoudelijk vlak duidelijk wie de een is en wie de ander. Het zijn oefeningen in artistieke versmelting. Zodra we elkaar leerden kennen en hij voor het eerst een roman van me las, had hij al een werk gemaakt dat recht naar de kern van die roman, geheten WIJ, ging. Mijn roman WINST opende dan weer met een scène die meer dan autobiografisch was en iets vertelde wat ik zowel fysiek als spiritueel had meegemaakt in de tuin van Nick en Nadia in Auvergne. Ik heb nooit exact geweten waarom nu net dat stuk moest worden geschreven, tenzij de drang om iets van de wereld van Nick en van Nadia in mijn werk te krijgen, zodat het blijft leven op papier, zodat ik het jaren later nog steeds zelf kan bezoeken en mij tevens ook kan verbazen over hoe lang wij al vrienden zijn en welke avonturen onze vriendschap heeft gebracht.

Ik weet dat er avonden zijn geweest met mijn vrouw Nikkie en mij, met Nadia en Nick, die in feite artistieke explosies waren net onder de huid van het levend feest dat we zelf hebben veroorzaakt, die plotse stoot van liederlijke energie die de dag in de nacht doet kantelen met fonkelende sterren boven ons. Ook wanneer ik daar aan terug denk, gebeurt dat in de kleuren die Nick gebruikt, dan worden de zwarten blauw, de roden fel, de lichten geelachtig en verwelkomend, het vervloeien van het landschap met de mensen die er in lopen compleet.

Deze tentoonstelling heet ‘Composing a Memory’ en dat is exact wat ik nu voor u aan het doen ben. Wie het werk van Nick volgt weet dat hij voortdurend terug komt op thema’s die hij al eerder heeft benaderd. Soms graaft hij iets dieper uit dat hij jaren al eerder heeft bekeken en verwerkt. Hier zult u dan ook een stonede Jim Morisson kunnen zien die omgeven door ordediensten opduikt in een decor dat Champagne Charlie waardig is, de figuur met de hoge hoed die bij al jaren als een spook in Nicks werk verschijnt. Wat ik zelf zo machtig vind is dat de innerlijke zoektocht van deze kunstbroeder zo duidelijk wordt, van papier naar doek en in talloze varianten.

Kunst en herinnering vormen een sterk thema. Het is zowel universeel als persoonlijk, en er zijn zoveel gedachtestromen mee te verbinden. Maar sta me toe dat ik dit vooral persoonlijk hou, in de hoop dat u het universele van artistieke verwantschap en vriendschap herkent. Ik ben altijd gefascineerd geweest door het kijken naar visueel werk. Wat gebeurt er in mijn hoofd en in mijn hart wanneer ik dat doe? Wanneer blijft een beeld hangen en op welke manier gebeurt dat? Waarom is het zo belangrijk voor mij dat dit ik dit als een van de grootste schatkamers acht?

Lieve mensen, wij menen oprecht dat wij in een beeldcultuur leven, maar we vergissen ons. De overgrote meerderheid van de beelden die we dagelijks zien en vaak zelfs met elkaar delen betekenen helemaal niets op emotioneel vlak. Ze leren ons niets, ze doen ons niet twijfelen of nadenken, we worden er niet verliefd op, ze leveren geen sensualiteit of mysterie, het vormen geen geheimen en ze brengen ons niet tot de essentie van wat het betekent om mens te zijn tussen andere mensen. De kans is dus bijzonder groot dat we heel die dagelijkse zwik vergeten of dumpen in een overbelast geheugen.

Ik denk dat we eerder kunnen spreken van een beeldcultuur ten tijde van Brueghel in de zestiende eeuw en dat die vorm van kijken naar schoonheid en delen ergens definitief afliep in het midden van de twintigste eeuw. Nick meet zich met de meesters die volop in die beeldcultuur zaten en die naar elkaar keken als concurrenten, maar tegelijk zich allemaal verbonden wisten met wat wij maar ‘de traditie’ zullen noemen, de gouden draad die al het schilderwerk uit de westerse wereld met elkaar verbindt.

Dit is geen nostalgisch beeld dat ik hier schilder, maar ik span eerder een ‘sacred scene of memory’ af waar het kijken centraal stond en artiesten begonnen met in de eerste plaats naar elkaars werk te kijken om daar wat uit te leren. Zo bleven ze hecht met elkaar verbonden, ook door de droom om de grote Apelles te worden van hun tijd, de mythische schilder uit de antieke tijd, de hofschilder van Alexander de Grote, waar alleen maar verhalen over bestaan en waarvan geen werk de tijd heeft doorstaan.

Ik heb goed nieuws. De ware beeldcultuur kunt u hier op dit moment in de Zwarte Panter beleven. Het vergt niet zoveel, alleen maar aandacht voor wat hier aan de muren hangt. Een klein beetje focus volstaat en het delen daarvan is sowieso bijzonder, want dat maakt u misschien maar heel even ook een familist, een genoot in het genootschap van het Huysgezin der Liefde.

Want indien we dat aandachtig doen, dames en heren, dan maken we een herinnering aan die over schoonheid gaat, dan spiegelen we de schilder die ons hier is in voorgegaan, dan reflecteren we uiteindelijk elkaar. Ik zei het al eerder: Nick werkt vanuit zijn hart. Het is ontstellend gemakkelijk om door zijn werk de vriendschap en verwantschap te voelen die hij steeds voor ogen heeft. Wie zijn hart opent bij het kijken merkt meteen dat schoonheid hier met generositeit verbonden blijft, zoals dat steeds gebeurt in zijn werk. We componeren daarom in feite met hem mee. Deze beeldcultuur draait dus op focus, op delen, en dus op ons samen. Het ware avontuur is dat delen en de grote avonturier op het vlak van genereus delen is mijn broeder Nick.

Speech van Jeroen Olyslaegers bij de opening van de expositie 'Composing a Memory' van Nick Andrews bij De Zwarte Panter in Antwerpen op 8 februari 2025