Thomas Huttinga

Baltische Staten

In tien dagen reist Thomas Huttinga, auteur van Waarom we Europeaan zijn (uitgeverij Pluim), van Vilnius naar Riga, Tallinn en Helsinki om opzoek te gaan naar Europese kruisbestuivingen en invalshoeken van dit deel van het continent voor het verhaal van Europa. Zijn bevindingen leest u hier.


Vilnius - 1 augustus 2024

Een witte granieten zuil met een kroon van gouden sterren, voorafgegaan aan tientallen Europese vlaggen. Ik sta op een groen veldje verscholen tussen de golfbanen een half uur rijden ten noorden van Vilnius, en dat is niet zonder reden. Franse wetenschappers stelden in 1989 vast dat op grond van de coördinaten hier het geografische hart van het Europese continent ligt. Europa werd vastgesteld van het noordelijke punt van Spitsbergen naar het zuiden in de Canarische eilanden, van de Oeral in het oosten tot aan de Azoren in het westen. Het middelpunt hiervan ligt dus in Litouwen, en vervolgens bouwde een Litouwse kunstenaar hiervoor een monument: de gekroonde zuil met de sterren. Slovenië, Belarus, Polen, Hongarije en Estland claimen ook het geografische hart van het continent te hebben, maar die in Litouwen staat toch echt in het Guinness Book of World Records. In een klein aangrenzend huisje kan je een postkaart, pen, mok en zelfs een certificaat kopen als bewijs van je bezoek. 

Het centrum van Europa verplaatst zich steeds meer naar het oosten van het continent. Dit zie je terug van de gewenste toetreding van Oost-Europese lidstaten tot de oorlog in Oekraïne. En het is de reden om deze lang gewilde reis naar de Baltische staten te maken. In tien dagen reis ik van Vilnius naar Riga, Tallinn en Helsinki om opzoek te gaan naar Europese kruisbestuivingen en invalshoeken van dit deel van het continent voor het verhaal van Europa. 

De Baltische staten en Europese kruisbestuivingen 

Een goede start is het Paleis van de Groothertogen van Litouwen, een typisch Renaissance paleis dat veel vertelt over de Litouwse geschiedenis. Een geschiedenis die voor lange tijd is verbonden met Polen en andere Europese landen. Vanaf 1385 ontstond er een personele unie van het koninkrijk Polen en het groothertogdom Litouwen, dat in 1573 werd omgevormd tot een confederatie: het Pools-Litouwse gemenebest. Het omvatte daarnaast delen van het huidige Oekraïne en Belarus en reikte van de Oostzee tot de Zwarte Zee. Het gebied was twee keer zo groot als het huidige Frankrijk. Daardoor was het een van de grootmachten van Europa. 

De groei van macht en invloed vertaalde zich in de uitbouw van nieuwe steden, het vinden van een geschikte huwelijkspartner en natuurlijk een paleis dat de eigen grandeur vertegenwoordigt. En hier werd (af)gekeken bij andere dynastieën. Een voorbeeld is Bona Sforza, een telg uit de befaamde Italiaanse Sforza familie. Nu is het toeval dat ik een maand geleden voor vakantie in een kasteel in Bari in het zuiden van Italië rondliep, de plek waar deze Bona Sforza was opgegroeid, en haar nu weer tegenkom. Na haar huwelijk met Sigismund II August van Polen kon zij zichzelf koningin-gemalin en grootvorstin van Litouwen noemen. Ze verbleef verder dus in Krakau en in het paleis in Vilnius, maar ligt begraven in Bari. Ook werden andere familieleden uitgehuwelijkt aan de Fransen, de Habsburgers en de Zweden. Zij namen, naast de vele oorlogen die werden gevoerd om het grondgebied uit te breiden of te verdedigen, allemaal hun culturele invloeden mee naar het kasteel: Bona Sforza nam de Renaissance stijl mee, inclusief schilders en hofhouding, en de Zweden verbouwden het opnieuw. Vlaamse schilders werden naar het hof gehaald om de koning vast te leggen, samen met Italiaanse muzikanten. Het kalksteen waarmee het kasteel werd verbouwd kwam uit Nederland, België, Zweden en Polen. In de 16de eeuw was de architect Peter Nonhart, een Nederlands-Litouwse architect. Overigens zijn door de geschiedenis heen veel meer Nederlandse verbintenissen te vinden: toen Napoleon Bonaparte Vilnius binnentrok als tussenstop naar Rusland, stelde hij een Nederlander aan als gouverneur van het gebied. 

En deze kruisbestuivingen beperken zich niet alleen tot het kasteel, en dat is het charmante van Vilnius. De barokke kerken die je overal vindt zijn rechtstreeks geïnspireerd door Rome, door de negentiende eeuwse boulevards waan je je in Parijs en door de gebouwen in Wenen of elke andere Europese stad. Ook in de kunst merk je de Europese invloeden. In het nationale kunstmuseum van Litouwen is er een tentoonstelling over Boleslaw Rusiecki (1824-1913). Deze schilder en kunstverzamelaar werd geboren in Rome en was de zoon van een bekende Litouwse schilder. Hij groeide op in Italië, maar reisde verder naar Dresden, Praag, Wenen, Trieste en ook naar Engeland en Spanje. In Rome bevond hij zich in Duitse schilderskringen en liet hij zich inspireren door het werk van Rafael en Leonardo da Vinci. Oftewel, waar ik bij de afgelopen reizen door Europa al was gestuit op Zweedse, Tsjechische, Spaanse en Nederlandse schilders in Rome, kan hier de afvaardiging van Litouwen ook aan toe worden gevoegd. 

De twee gezichten van Vilnius 

Vilnius is echter niet alleen maar een historisch herkenningspunt van Europese kruisbestuivingen, maar hier kom ik ook een contrast tegen tussen nieuwe en oudere ontwikkelingen die ik niet eerder zo sterk heb gezien. Een moment van bewustwording hiervan krijg ik als ik terugreis van het geografische hart van Europa naar de centrum van het stad.

Na mijn bezoek blijkt het lastig om weer terug te reizen richting het zuiden. Het hart van Europa ligt vrij afgelegen, de bus komt niet opdagen en de Uberchauffeurs happen niet. Gelukkig kan ik een lift krijgen van Jonas, die net aan komt rijden vanuit het plaatsje dat er vlakbij ligt. Hij is, zo schat ik in, rond de 80 jaar oud en ondanks dat hij geen Engels spreekt, mag ik gelukkig met hem meerijden. Met handen en voeten maak ik duidelijk dat ik naar het oude centrum van Vilnius moet. Hij knikt, ik weet niet of hij me begrijpt en het überhaupt voor hem uitkomt om die kant op te gaan, maar gelukkig draait de auto de goede kant van de snelweg op. Ook de technologische hulp van Google Translate mag niet baten, het is moeilijk een gesprek op gang te krijgen en mijn slecht voorgelezen Litouws helpt al helemaal niet. We laten de auto ons naar hopelijk de hoofdstad brengen. Op de achtergrond vult de radio onze stilte met nieuws over de oorlog in Oekraine.

In gedachten verzonken vraag ik me af hoe Jonas Litouwen heeft zien veranderen de afgelopen decennia. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie, en de Litouwse onafhankelijkheid in 1990, ging een nieuwe wereld voor de Baltische staten open en dat is zichtbaar ook. Langs de snelweg waar we overeen scheuren zijn grote blokvormige winkelcentra gebouwd, afgewisseld met kantoren van grote internationale ketens. Aan de rand van Vilnius torenen glazen wolkenkrabbers in de lucht, de ene auto die voorbij rijdt straalt nog meer welvaart uit dan de ander. De snelwegen werden beter, het welzijn van de bevolking groeide. Het centrum van Vilnius zal hij hedendaags vast niet meer herkennen met zijn hippe koffiebarretjes, goedgevulde terrassen, elektrische stepjes en toeristengroepen met nieuwe talen. Plots werd het dorpje waar hij zojuist uit kwam rijden bekroond tot het geografisch hart van Europa, met een nieuwe mensenstroom als gevolg. En vanaf het moment dat Litouwen lid werd van de Europese Unie, werd Jonas Europeaan - gewild of ongewild. En dan hebben we het over de ontwikkelingen van slechts de afgelopen twintig jaar. 

Maar dit is slechts één gezicht van Vilnius, de nieuwste kant. De andere kant van de stad is nog steeds zichtbaar, die van de verwerking van de recente krassen door de Sovjet-tijd. In dit gedeelte van Europa stopte de geschiedenis niet na de Tweede Wereldoorlog, maar werd de periode van de Duitse bezetting opgevolgd door een nieuwe bezetting die 46 jaar zou duren. Litouwen mocht geen eigen onafhankelijkheid kennen, een lot dat het deelde met de andere Baltische staten en de landen in Oost- en Centraal Europa. Ik kan alleen maar gissen naar hoe Jonas deze periode heeft ervaren. De pas verworven onafhankelijkheid maakt dat je overal in de stad steunbetuigingen voor Oekraïne ziet in de oorlog tegen Rusland, van de bussen tot de balkons waarop vlaggen hangen. Hier voelen ze meer nog dan in het Westen hoe spaarzaam vrijheid en onafhankelijkheid kan zijn, mede ook omdat het grenst aan Belarus en de Russische agressie sterk gevoeld wordt. 

Vrij recent bouwt Litouwen daarom weer aan zijn eigen geschiedenis, en het herstel van het prachtige stadscentrum is nog gaande. De wonden van het verleden merk je aan de muren waar de verf vanaf is gebladderd, de kerken waar stukken uit ontbreken of sommige verlaten panden die leegstaan waarvan de ramen zijn dichtgetimmerd. Midden in het oude centrum staan grote nieuwgebouwde woonblokken, in de voormalig Joodse ghetto sta je ineens op een open veld met een speeltuin erop. Hier stond - zo geven de bordjes aan - de grootste synagoge van de stad, voordat die na de Tweede Wereldoorlog werd afgebroken. Het verleden werd in de Sovjet-tijd niet verwerkt, er werd simpelweg overheen gebouwd. De woonblokken doen aan Oost-Berlijn denken. Dit gaat zelfs verder terug dan alleen de naoorlogse Sovjetperiode, Litouwen heeft, samen met Polen, na de opdeling eind negentiende eeuw door de Habsburgers, Pruisen en Rusland weinig zelfstandigheid en veel vernietiging gekend. Met name Rusland speelt hierin een grote rol. Dat mooie paleis waar ik net over vertelde, met alle Europese invloeden en verschillende dynastieën die er rondlopen? Tot mijn grote verbazing vertelt het bijbehorende museum aan het einde van de informatieve tour dat het originele paleis is vernietigd aan het einde van de 18de en het begin tot de 19de eeuw. Pas in 2002 (!) is begonnen met het herbouwen van het paleis, waardoor het gehele paleis waar je door heenloop recent gebouwd blijkt te zijn. Het is een recente projectie van hoe het paleis ooit is geweest. Het nabouwen kon pas toen Litouwen weer een eigen identiteit en onafhankelijkheid kon krijgen. Het is de andere, donkere kant van het gezicht van Vilnius, dat samengaat met de nieuwste ontwikkelingen. 

Dankbaar neem ik afscheid van Jonas, ik heb geluk dat ik in het centrum van de stad wordt afgezet. En ook de reis gaat alweer door: de volgende stop is Riga. Hier ga ik opzoek naar de Russische invloeden en roots van dit stuk van de Baltische staten. Wordt vervolgd!

Riga - 3 augustus 2024

In Riga vind je de schoonheid van de stad met een blik op de hemel. Net buiten de binnenstad is de Letse hoofdstad volgebouwd met prachtige Art Nouveau-gebouwen (hier ook wel Jugendstil genoemd). Blauwe, gele en groene huizen met sierbogen en kronkelende balkonnetjes; in de Alberta Iela (de Albertstraat) vind je een hele reeks van deze speciaal gebouwde huizen. Het is een stijl die overal in Europa opkwam aan het begin van de twintigste eeuw. Denk aan de Art Nouveau-huizen in Brussel, de schilderijen van Gustav Klimt in Wenen en de Sagrada Família in Barcelona. En dus ook Jugendstilhoofdstad Riga, waar 40 procent van de stad op deze manier is gebouwd.

Riga is een oude handelsstad die al in de 12de eeuw voor het eerst in de documenten wordt genoemd. Waar de Litouwse zuiderburen konden rekenen op een eeuwenlange samenwerking met Polen en daardoor sterk in de regio stonden, was dat voor Riga niet zo. Ingeklemd tussen het Litouws-Pools Gemenebest en de Russen, en ook nog eens bedreigd door de Zweden, heeft de Letse hoofdstad bijna 7 eeuwen onder buitenlandse bezetting gestaan. Dit begon al met de Duitse kooplieden en bisschoppen die een dom stichtten in de 13de eeuw, en die voor lange tijd ook hun invloed zullen blijven uitoefenen op de stad. Sterker nog: in de tweede helft van de 18de eeuw was bijvoorbeeld 46 procent van de inwoners in Riga Duits, 31 procent Lets en 14 procent Russisch. In 1913 zal dat alweer minder zijn en is 39,6 procent Lets en 16 procent Duits. In de twintigste eeuw was het voor een korte periode onafhankelijk, voordat het land pas op 4 mei 1990 weer een zelfstandig land werd.

Een andere grote bron van invloeden voor de stad, en dat merk je nog meer dan in Vilnius, zijn die van Rusland. Dit komt vanwege de geschiedenis, aangezien Letland van 1710 tot 1918 en van 1940 tot 1989 onder Russische bezetting stond. In de negentiende eeuw vond er een periode van Russificatie plaats, waarin het nationale gevoel van de Letten werd onderdrukt en de Russische taal werd verplicht in het onderwijs en in het bestuur. Vanaf 1873 werd er aan de andere kant wel weer een songfestival georganiseerd om de nationale taal en liederen te promoten, vijf jaar eerder was er al een organisatie opgericht om het Letse gevoel te stimuleren. Ook hedendaags merk je de Russische invloeden door de bijgevoegde vertalingen in de musea en de bordjes op de muren in het cyrillisch. Net buiten de binnenstad bevindt zich nog een Russische wijk en er is vandaag de dag nog een relatief grote Russische gemeenschap in Letland.

Op een terras in de mooie kleurrijke buurt van Riga heb ik afgesproken met Florian Jacobs. Florian is filosoof en auteur van het boek ‘Blijven is nergens’, een geweldig interessant boek over de reizen en poëzie van Rainer Maria Rilke (1875-1926). Daarnaast is hij betrokken bij het initiatief ‘Schrijvers voor Oekraïne’, dat geld inzamelt om het land te steunen in de oorlog tegen Rusland. Hij is toevallig net vanwege de liefde in Riga gaan wonen, en hij komt al geruime tijd in deze regio: een goede gesprekspartner dus om mij te helpen de verschillende landen te leren begrijpen. Met name de Baltische staten zijn zich rot geschrokken door de invasie in Oekraïne van 24 februari 2022. Er zijn veel minder Russen op straat te vinden en overal hangen Oekraïense vlaggen als steunbetuiging. Het journaal opent elke dag met een item over de oorlog, zo vertelt Florian. In een paar uur rijden sta je zo aan de afgesloten Russische grens, daarbij grenst het land ook nog aan Belarus. ‘Vrijheid is geen vanzelfsprekendheid, maar een verworvenheid. En dat hebben ze hier erg goed door’, zo zegt hij terecht. ‘Het is de langste periode van onafhankelijkheid als zelfstandig land in de Letse geschiedenis’. Het is een opmerking die mij aan het denken zet over het direct gevoelde belang van veiligheid in deze regio, en hoe een Europese lotsverbondenheid bescherming biedt.

In Letland vindt er nu een sterke ontwikkeling van ‘ontrussificatie’ plaats. En dat is een paradox: juist met de invasie in Oekraïne wilde Poetin het land de Russische invloedssfeer intrekken, hoogstwaarschijnlijk net zoals dat met Belarus is gebeurd, en het gevolg ervan is dat juist de landen aan de rand van het continent zich massaal ontdoen van de Russische invloeden. In Letland wordt de Russische taal van scholen geweerd, Finland en Zweden treden juist toe tot de NAVO, Georgië, Moldavië en Oekraïne willen toetreden tot de Europese Unie. In Riga werden standbeelden van Russische auteurs neergehaald en vervangen door schrijvers uit Oekraïne. In Oekraïne is, ondanks de felle strijd die het moet bieden om als zelfstandig land te kunnen voortbestaan, de eigen identiteit sterker dan ooit.

De volgende dag bezoek ik the Corner House in Riga, de voormalige gevangenis waar in de Sovjet-tijd ondervragingen en arrestaties plaatsvonden en dat nu een KGB-museum is geworden. Het gebouw zelf, wederom in Jugendstil-stijl, herbergt donkere cellen waar vanaf 1940 de Tsjeka (de geheime dienst tijdens en net voor de Sovjet-tijd, later werd dit de KGB) ervoor zorgde dat de ander werd veroordeeld—of die schuldig was of niet. Anti-Sovjet grappen, zelfs het laten zien van of steun betuigen aan westerse invloeden, waren al reden om opgepakt te worden. Bij de deur hing een box waar je anoniem kon klikken. Na het arrest en het verhoor werd je gedeporteerd naar bijvoorbeeld een grotere gevangenis of naar Siberië. Gedurende de Sovjet-tijd ging het naar verluidt om 48.000 mensen die gearresteerd werden in Letland. Pas na de onafhankelijkheid was er de mogelijkheid om de slachtoffers van het communisme te herdenken aan de hand van monumenten. Ook hen die waren omgekomen in de straf- en werkkampen van de Goelags. De leden van de Tsjeka werden niet veroordeeld en waren vrij om te gaan waar ze wilden. Niet alleen de gebouwen (tekenen van verval vind je hier ook), maar de recent opgerichte monumenten laten zien dat het verleden nog wordt verwerkt. Het geeft een andere definitie van vrijheid dan hoe wij het in het westen van het continent ervaren, verwend door de naoorlogse vakantie van de geschiedenis. Waardoor nu ook wij ruw zijn wakker geschud.

Het is tijd voor de volgende stop, en dat is Tallinn. Stap voor stap wordt Rail Baltic op de rails gezet, maar voor nu gaat het reizen tussen de Baltische hoofdsteden nog voornamelijk met de bus. Tot de volgende keer weer!

Tallinn: op reis door de middeleeuwen - 6 augustus 2024

Vanaf het hoogste punt van het stadhuis licht Tallinn op als een canvas vol kleuren. In de blauwe lucht hangen donkere en lichte wolken en in de verte strekt de zee zo ver als het oog reikt. De roodgekleurde daken van het oude stadscentrum wisselen zich af met witte kerktorens en zandkleurige, middeleeuwse stadspoorten. Het vierkante plein beneden wordt omgeven door groene, lichtblauwe en geelgekleurde huizen in Franse stijl uit de 18de eeuw. Vandaag de dag vind je er voornamelijk restaurants met volgeladen terrassen, souvenirshops, ijswinkels en mensenmassa’s die zich een weg banen door de menigte. Het middeleeuwse stadhuis wordt gebruikt als een dankbaar decor voor groepsfoto’s door de gemiddelde toeristengroep, die makkelijk te herkennen is aan de fotocamera om de nek, de zonnebril op en een rugtas om. Als je je omdraait zie je vanuit de toren hoe net buiten de binnenstad de glanzende wolkenkrabbers en kolossale kantoorpanden herrijzen.

Vanuit de lucht zie je duidelijk de verschillende lagen van de geschiedenis van Tallinn. Het gotisch stadhuis waarvandaan ik over de stad uitkijk is een van de best bewaarde gotische middeleeuwse gebouwen van Noord-Europa. De middeleeuwse torens stammen uit de 14de of de 15de eeuw, grote delen van de stadsmuur zijn nog steeds intact. De toren van het stadhuis werd in de 17de eeuw aangevuld met Renaissance elementen. In 1944 werd diezelfde toren weer vernietigd door Sovjet-bombardementen en daarna opnieuw opgebouwd. Na de Estse onafhankelijkheid zag het een stroom toeristen voorbij komen en de wolkenkrabbers gebouwd worden. Het is de Europese geschiedenis in een notendop. 

Het oude centrum van Tallinn is een typisch voorbeeld van de Europese stad en vormt een blauwdruk van een netwerk van vergelijkbare steden dat nog zichtbaar is tot op de dag van vandaag. Het centraal gelegen marktplein, het stadhuis en een naastgelegen kerk zijn blijvende kenmerken van de stad. Meestal staat er nog een Tweede Wereldoorlog monument bij op het plein. In Amsterdam is de Dam als hart van de stad, maar je vindt deze stadspleinen van Brugge tot Stockholm, van Siena tot Kiev. De stadsharten van de Europese stad zijn een van de redenen waarom ik mij zo sterk Europeaan voel, zowel in binnen- als buitenland. Het is een herkenningspunt in elke stad van dit continent en het typeert Europa in vergelijking met andere werelddelen.

De oorsprong van de typische Europese stad vinden we terug in de middeleeuwen. Het is in deze periode dat de steden als paddenstoelen uit de grond schieten: door heel Europa worden ommuurde, dicht opeengepakte steden gebouwd, waarboven kerktorens en burchten rijzen. Steden als Venetië, Florence, Genua, Milaan, Parijs, Brugge, Gent, Londen, Hamburg en Lubeck zijn authentieke creaties van de middeleeuwen, producten van dezelfde tijd die allemaal op dezelfde manier vorm krijgen. De moderne betekenis van het woord ‘stad’ komt ook uit de 11de eeuw, daarvoor werd er meer gesproken van een Burg als opvolger van de Romeinse nederzettingen. Vanaf de 12de eeuw worden in de meeste Europese landen steden gebouwd die worden omringd door muren, voornamelijk uit zelfbescherming tegen de buitenwereld. En dat herken je ook in Tallinn. 

Het verhaal van Tallinn begint bij de Denen in de middeleeuwen. In de dertiende eeuw belegerde de Deense koning Waldemar II deze plaats met zijn manschappen met als doel om het te onderwerpen. Even later werden stadsrechten verleend en werd de naam van de stad geboren: Taani-linna, wat ‘stad van Denemarken’ betekent. Er kwamen Duitse kooplieden en bisschoppen langs en Tallinn zal een belangrijke Hanzestad worden, een status dat het deelt met Brugge, Londen, Bergen, Novograd en Groningen. Het zout uit Spanje en Portugal kwam via Tallinn Rusland binnen. Als een van de laatste ongelovige gebieden van Europa zal ook dit stuk van de Baltische staten door de Duitsers bekeerd worden. De reformatie van Martin Luther landde hier in de zestiende eeuw en in de eeuwen erop werd er om de stad gevochten door de Zweden, het Litouwse-Poolse Gemenebest, Nazi-Duitsland en de Russen.  

Als je door het stadscentrum loopt merk je hoe Tallinn de sfeer van de middeleeuwen ademt. Weliswaar doe je dit niet alleen, haast in elke Europese stad deel je deze ervaring met een lading toeristen (zo sta je in de toren van het stadhuis ook met 12 toeristen op een enkele vierkante meter), daar valt tegenwoordig niet meer aan te ontkomen. Hier in de Estse hoofdstad stap je in een tijdmachine naar de tijd van ridders en kooplieden, kronkelende weggetjes naar het marktplein met aangrenzen kerktorens en afgesloten stadsmuren. Een typisch voorbeeld van de historische Europese stad.  

Het is tijd om door te gaan naar de volgende stad: Helsinki. Met de boot ben je in tweeënhalf uur bij de haven van de Finse hoofdstad. Als de ferry de haven van Tallinn verlaat en je een laatste blik werpt op de stad achter je, ligt de stad er stralend bij in het licht van de ochtendzon. 

Helsinki, het Manhattan van het Europese noorden - 10 augustus 2024

Bij het binnenvaren van de haven van Helsinki word je verwelkomd door kleine eilandjes, grote cruiseschepen en stevige forten waarboven trots de Finse vlag wappert. De lucht is hier beduidend koeler en trekt dwars door je kleren heen. In de verte bewegen menselijke stipjes op de kade, de wolken hangen als een dikke deken boven de stad.

Struinend over de boulevards is het vrij snel duidelijk dat Helsinki anders is dan de hiervoor bezochte Baltische hoofdsteden. Geen rechthoekig historische stadscentra uit de Middeleeuwen zoals in Tallinn waar de kronkelende wegen vanzelf naartoe leiden, maar een vrij recent gebouwde stad die stamt uit de negentiende eeuw. Geen oude stadsmuren en gerafelde kerken zoals in Vilnius, maar moderne gebouwen die grenzen aan met auto´s volgebouwde straten. Helsinki voelt aan als het Manhattan van het Europese noorden: de straten zijn rechtlijnig en lopen parallel aan elkaar. Op het grote Senaatsplein na, is het zoeken naar een centraal punt waar het hart van de stad rust. 

Zo rechtlijnig als de straten lopen, zo kronkelt het pad van de Finse geschiedenis. Voor de zogeheten Finse oorlog van 1808-1809 behoorde het land zes eeuwen lang tot Zweden, daarna zal het voor meer dan honderd jaar onder Russische heerschappij vallen inclusief russificatie. In 1917 verklaarde Finland zichzelf onafhankelijk van de Russen, maar zal het tot en met de val van de Sovjet-Unie in 1991 een aparte relatie behouden met de aangrenzende Russische buurman. In de tweede helft van de twintigste eeuw wist Finland uit het Warschaupact te blijven, kon het zich ontwikkelen tot een vrijemarkteconomie en werd het lid van de Europese Vrijhandels Associatie (EVA). Finland kon dus meer optrekken met de andere Scandinavische landen dan dat de Baltische staten dat konden. 

En dit zie je ook terug in Helsinki: het verleden lijkt ook meer afgeschermd van de ergste gruwelijkheden van de twintigste eeuw. Weliswaar was er een gruwelijke burgeroorlog in 1918, waarbij in slechts enkele maanden bijna tienduizend mensen om het leven kwam, en heeft het land ook autoritaire periodes gekend, maar je vindt er geen gruwelijke restanten van Joodse getto’s en is het zoeken naar monumenten voor grootschalige slachtoffers van het communisme. De geschiedenis van Helsinki lijkt op het eerste gezicht net zo aangeharkt als de goed verzorgde boulevards van de stad, dit in tegenstelling tot de Baltische hoofdsteden. 

Als je kijkt naar de gebouwen dan vindt je ook weinig geschiedenis van vóór de negentiende eeuw, en dat is niet zonder reden. In deze eeuw werd het overgrote deel van de stad gebouwd, waardoor het een modernere stad lijkt dan bijvoorbeeld Vilnius. Het is iets dat mij sowieso opvalt tijdens deze reis, hoe erg de verschillende landen aansloten bij de ontwikkelingen van de negentiende eeuw. Wat Finland, Estland, Letland en Litouwen met elkaar gemeen hadden is dat ze op dat moment onder Russisch bewind stonden. Er was dus geen politieke onafhankelijke staat, dat zal pas na de val van de Sovjet-Unie aan het einde van de twintigste eeuw weer gebeuren. Maar cultureel gezien leefde er wel een nationaal gevoel. Zoals van Nederland tot Spanje en van Roemenië tot Georgië nationale musea werden gebouwd, of de voorlopers ervan, zo zie je deze nationale geest ook terug in de bezochte hoofdsteden. Misschien kan je zeggen dat in de negentiende eeuw de basis ligt van het moderne Europa, de reden waarom alle Europese hoofdsteden hedendaags zo op elkaar lijken. De Baltische staten en de Finse hoofdstad werden niet hierbij overgeslagen, een onderdeel van de ontwikkeling zoals beschreven in Waarom we Europeaan zijn. Samen met de vele oorlogen met de andere Europese buren door de gehele geschiedenis heen, het aansluiten bij de belangrijkste Franse kunststromingen uit Parijs in de negentiende eeuw, het vastleggen van de Italiaanse landschappen in de zeventiende eeuw, de café-cultuur die je overal op het continent terugvindt en de bekering door het Christendom vanaf de middeleeuwen: het zijn slechts enkele voorbeelden van een regio die gevormd en vervormd is door de Europese geschiedenis.  

Maar de breuken met het verleden zijn er echter ook genoeg, een verschil dat duidelijk is terug te zien ten opzichte van de West-Europese landen. Daar was er na Tweede Wereldoorlog tijd, geld en ruimte om op adem te komen van de meest recente grillen van de geschiedenis. Aan de andere kant van het continent was dit niet het geval en kon dit pas na de val van de Berlijnse muur in 1989. Finland lijkt hierin een grensgeval vanwege zijn speciale positie ten opzichte van de Sovjet-Unie. Het maakte hiervan geen deel uit als satellietstaat, wat de Baltische staten wel waren. De wonden op de gebouwen, de geschiedenissen die hun eigen hoofdstukken weer zelfstandig verder kunnen schrijven en de wederopbouw van een nationaal geheugen zijn hiervan stille getuigen. 

Aan de randen van het oosten van het continent wordt de greep van de imperialistische Russische buurman sterker ervaren dan bij ons. Het verleden is daar vervlochten met elkaar, verbonden door bloederige onderdrukkingen en de poging om deze regio compleet te russificeren. Maar de dreiging wordt niet alleen gevoeld en erkend vanwege het verleden, maar ook door de nog steeds voortdurende oorlog in Oekraïne- de dreiging in het heden. Het verklaart de steun voor Oekraïne na de invasie in 2022 die je in de steden overal terugziet. Op het marktplein van Tallinn stond een bord met de tekst: Dear Putin, let’s speed up to the part where you kill yourself in a Bunker. Bij de vlakbijgelegen Russische ambassade liggen bloemen en steunbetuigingen voor de deur van het gebouw. In alle bezochte hoofdsteden waren Oekraïense vlaggen terug te vinden in het straatbeeld, het Russisch en de Russen zelf worden steeds meer geweerd. 

In het Post-war Europe, het Europa van na de Tweede Wereldoorlog, is dit deel van de Europese familie nog aan het bijkomen van het naoorlogse verleden met de Russische buurman. De invasie in Oekraïne heeft laten zien dat het slechts een onderbreking was van de geschiedenis, een teruggekeerde herinnering aan de eigen kwetsbare geografische positie. Hier voelen ze door de lessen uit het verleden dat de oorlog in Oekraïne voor ongekende uitdagingen voor ons Europeanen zorgt en de opgebouwde Europese veiligheidsstructuur rechtstreeks wordt uitgedaagd. En dat is een bewustwording waarover we in het westelijk deel van het continent nog veel kunnen leren.

Thomas Huttinga doet regelmatig verslag van zijn reizen op dit blog. In juli 2023 reisde hij door Zuid-Europa, in augustus van datzelfde jaar vertrok hij naar Noord- Europa, en in januari 2024 bezocht hij Weimar, dat lees je hier.