Reisblog Lammert Voos

Surfen op de grijze golf

Mensen onderweg: 3-11-2024

Aanvankelijk wilde ik hier de litanie aan klachten plaatsen die ik onderweg las in de reviews van campings en restaurants, maar eigenlijk is dat nogal flauw. Dat soort humor heb ik niet echt nodig en bovendien heeft het feit dat sommige plaatsen waar wij geweest zijn getroffen zijn door grote rampen mij het lachen wat doen vergaan. Avignon en Rhône dal overstroomd. Regio Valencia, hoe dat te beschrijven? Ik doe het maar niet.

De gezichten van de mensen onderweg vervagen alweer enigszins nu we een paar dagen thuis zijn, maar sommigen zijn onvergetelijk. Zoals de zwerver met de twee honden in Avignon. Ik hoop dat hij een veilig heenkomen heeft kunnen vinden. En Petite Gaby in Fitou bij Perpignan, die voor ons een fantastische lunch verzorgde, ondanks het feit dat ze geen restaurant had. Dan de mensen in het café van St. Jean-Pla-De-Corts die zo gastvrij waren. De drinkende Britten in Benicarló tussen Barcelona en Valencia. Hoe zitten zij er nu bij? Er is vast even geen bingo meer op de camping. En dan de bejaarde bedelares in Bourges die me eens te meer deed realiseren in welke bevoorrechte positie ik me tegenwoordig bevind.

Het is allemaal begonnen in Appelscha, of all places, waar we groen als gras de stroom en het gas niet aan het werk kregen en geholpen werden door een vriendelijke camperbuurman. En ik moet nog steeds lachen om de beheerder van de camping op een kasteelmuur die een verbijsterde rij mensen voor zijn kantoor liet staan om mij uitgebreid te helpen om een plekje te vinden op de overvolle kampeerplaats. En ik was niet eens aan de beurt.

Ik noemde dit blog voor de grap Surfen op de grijze golf naar aanleiding van een programma op televisie waarin bejaarde stellen met caravans en campers allerlei capriolen moeten uithalen. Ik had het programma nog nooit gezien en ben ook niet van plan dit te gaan doen, maar wat zat ik dicht bij de waarheid: zeker 90% van de camperaars zijn boven de vijfenvijftig jaar oud. Bovendien komt het merendeel uit rijke landen als Duitsland en Nederland. Zie daar de inkomensverschillen tussen jong en oud en noord en zuid.

Ik had brokken gemaakt, maar onze verhuurder bleef zeer netjes en beleefd en deed niet moeilijk. Dat doet u niet met opzet. Ik haat reclame, maar wil Friesland Campers in Dronrijp niet onvermeld laten. Mocht u ooit…

Reizen is fataal voor vooroordelen, betweterigheid en kleingeestigheid. Dat beweerde de Amerikaanse schrijver Mark Twain, maar ik weet het beter. Spanjaarden maken veel lawaai; Franse toiletten zijn smerig; Britten zuipen teveel; Duitsers hebben geen gevoel voor humor; Nederlanders zijn ontevreden zeikerds; Belgische wegen zijn betonnen trampolines en Groningers kunnen niet zingen. Ziehier mijn kleingeestige vooroordelen en ik heb toch best veel gereisd in mijn leven.

Bij deze sluit ik deze reis af, tot de volgende, want wij overwegen de aanschaf van een eigen camper, ik word per slot van rekening over twee maanden al drieënzestig. Het was mooi en ik verlang naar de volgende reis. Nu het nog kan.

De vakantie is voorbij dus vanaf zaterdag 9 november is de wekelijkse blog van Lammert Voos weer te lezen op de oude vertrouwde plek, hier!

Het geschonden gezicht: 31-10-2024

Het heeft even geduurd voor ik weer iets aan webmaster Julia durfde sturen, aangezien de open netwerken in Frankrijk en Spanje zo lek als een mandje zijn. Morgen zijn we terug in Nederland en dan zal ik eens een poging wagen.

Ik weet niet precies wat ik reeds vermeld heb, heb ik het bijvoorbeeld al gehad over de Britse camping aan de Costa del Sol gehad, met de marathonzuipers? Laten we het er op houden dat de kust van Spanje ons te druk en te vol was en dat terwijl we niet eens in de echte toeristengebieden vertoefden. Bovendien had het lot een fijne grap voor me in petto. Met behulp van een andere Nederlander manoeuvreerde ik ons slagschip zonder verdere schade uit een uiterst krappe plek en daar was ik best trots op. Maar hoogmoed komt voor den val. Een tiental kilometer verderop stopten we bij een Carrefour supermarkt en geen rekening houdend met onze hoogte onthoofde ik onze rijdende dinosaurus bijkans. Wat volgde waren een aantal schaamtevolle uren met verzekeringspapieren en telefoontjes naar de verhuurder.

We gaan naar huis! Dat was ons beider eerste reactie terwijl we nog anderhalve week hadden te gaan, maar ik had beslist geen noten meer op mijn zang en het vertrouwen van mijn wederhelft in een voorspoedige terugtocht was ook tot een nulpunt gezakt. Eerst maar eens dat achterlijk drukke Spanje uit, besloten we. Dus terug naar Perpignan. Een kilometer of dertig noordelijker vonden we een camping met de  naam Le Fun. Dat kon volgens ons nooit wat wezen, maar daar was nog plaats en het was ver van de echte toeristengebieden. Het bleek een oase van rust en we bleven er een kleine week. Ik ondernam daar met gevaar voor eigen leven zowaar een paar fietstochtjes. De rijstijl van de doorsnee Fransman is immers nogal onstuimig. Het was een topweek met een aantal leuke ontmoetingen, zelfs met Britten, die aardig bleken tot we het over de Brexit en vluchtelingen kregen. Lafhartig vermeden we de discussie, maar die avond moesten we beiden extra lang onze tanden poetsen.

De reis naar het noorden was niet noemenswaardig, behalve dan dat mijn echtgenote het meeste reed, want mijn zelfvertrouwen als chauffeur heeft een ernstige knauw gekregen. In Bourges bezochten we de kathedraal en maakte ik nog een paar mooie foto’s. We hadden het daar wel naar onze zin. Vandaag reden we door naar een camping in de buurt van Reims. Morgen verder naar een camping ten zuiden van Maastricht. Daar heb ik weer WiFi en zal zoals gezegd dit stukje proberen te versturen.

In de volgende aflevering, de laatste, zal ik eens haarfijn analyseren hoe de gemiddelde kampeerder denkt. De reviews bij de campingsites op internet zijn namelijk heerlijke literatuur waaruit de grootsheid van de denkende aap, zijnde de mens, eens temeer blijkt. Men kan daarin lezen dat grote filosofen zoals Kant, en vooral Diogenes, de intellectuele voorgangers zijn van de moderne homo sapiens.

Duct tape: 20-10-2024

Ik zit nu buiten in de zon dit stukje te schrijven. Dat is deze week wel anders geweest. Het was een haastige vlucht uit de bergen, de storm die grote delen van Frankrijk teisterde passeerde eerst ons. Voorspellingen van extreme neerslag en overstromingen maakten dat we gehaast de camping verlieten. Te gehaast. De paden waren nauw, de draaicirkel van de camper groot en dus pakte ik een paaltje mee. Een zijpaneel zat los en ik heb het weer vast gemaakt met duct tape. De rit naar de kust was op zijn zachtst gezegd een helletocht.

We hadden een camping uitgezocht in het minst toeristische stadje aan de kust, maar realiseerden ons niet dat die camping Brits was. We waren te uitgeput om kritisch te zijn. Zo uitgeput dat ik een blunder maakte bij het inparkeren en vergat dat de bus niet alleen lang en breed is, maar ook hoog. Boom, raampje en meer duct tape. Ik maakte foto’s van de schade en appte met lood in de schoenen de verhuurder. Die reageerde laconiek en informeerde eerst naar ons persoonlijke welzijn. Hij was waarschijnlijk allang blij dat we niet meer in het Rhône dal zaten, waar zich inmiddels een ramp voltrok.

De camping viel mee. Hoewel er een aantal hardcore drinkers de hele dag hun nobele werkzaamheden verrichtten, werden ze geen moment vervelend. Een van de heren, een kop groter dan ik, zit de hele dag en slaat enorme hoeveelheden bier naar binnen. Zoals gezegd, hij is nooit vervelend, hoewel zijn geschonden aangezicht verraadt dat hij ook wel eens op minder prettige wijze een etablissement verlaat.

Ik heb me op een aantal Spaanse thrillers geworpen die we meegekregen hebben van mijn schoonzus. Het houdt me lekker bezig. Het is alleen wel alsof ik weer op een kinderfietsje met zijwieltjes zit na het soepele proza van Tommy Wieringa. Over bezig zijn gesproken: het entertainment hier is een beetje sneu, van die muzikanten die met een bandje en een synthesizer in hun eentje de bekende hits ten gehore brengen. Het is het allemaal nèt niet. Echt getalenteerde muzikanten doen andere dingen, die zitten in bandjes en hebben plezier met hun vrienden.

De Britten zijn niet de mensen waar ik me aan erger, geheel tegen de verwachting in. Ik heb me geërgerd aan een Frans stel in een peperdure nieuwe camper, één en al pose en voor de keutel te duur. En die Duitse dertigers van gisteravond: zuipen en zingen en hun kinderen volkomen aan hun lot overlaten. Een spiegel van mijn verleden. Ik zing nog maar zelden en zeker niet meer onder invloed van drank.

Morgen trekken we nog een klein eindje naar het zuiden en dan over een paar dagen weer naar het noorden. Op weg naar huis. Helaas word ik al weer dagen geteisterd door migraine, maar ach, dat heb ik thuis ook.

Afzien: 19-10-2024

Als je andere mensen bespot over hun toiletgang vraag je er natuurlijk ook wel een beetje om: maagklachten, diarree. Waarschijnlijk te wijten aan een verdachte pizza. Hoe wij te moe waren om te koken en geen fatsoenlijk restaurant konden vinden. Afijn, gekluisterd aan de camping, op sprintafstand van het toiletgebouw. Lange eenzame nachten mediterend in de stilte. Waren op voorgaande campings nog bosuilen te horen, hier heerst de stilte van het graf.

Om bij het begin te beginnen. Vanuit Frankrijk trokken we de Pyreneeën over, een schitterende tocht met prachtige vergezichten. We reden op smalle wegen door de mist, waar bijvoeglijke naamwoorden tekort schoten om de sensaties te beschrijven die we ondergingen. Een hoogtepunt in de reis. En daar had het moeten stoppen.

Maar nee, doorzetters die wij zijn, besloten we door te rijden naar de camping die ik geselecteerd had, niet beseffend dat ik nog vijfenzeventig kilometer door moest rijden. Op een normale weg is dat gemakkelijk te doen. Met een normale auto eveneens, maar nu rijd ik in een log monster waarin ik me geen enkele fout kan veroorloven, omdat die wegen dus zo kronkelig en smal zijn. Bovendien is het asfalt in erbarmelijke staat. Motorrijders passeren je met ware doodsverachting en ik had visioenen over zo’n ongelukkige stomkop die ik onder mijn wielen vandaan kon schrapen.

De camping van mijn keuze bleek gesloten. Sterker nog, alle campings in de wijde omtrek bleken gesloten of vol. De campingeigenaar van de camping van mijn keuze en zijn assistent waren ontzettend aardig en sloegen aan het bellen en tenslotte vonden ze een plek voor ons, niet eens zo ver uit de buurt. Dat was het goede nieuws: een plek om te overnachten. Het slechte nieuws was dat het een, euh…., nogal volkse camping was. 

Iedereen schreeuwde. Vrouwen tegen vrouwen, mannen tegen vrouwen, iedereen tegen honden en kinderen. Mannen tegen elkaar. Ik wilde wel zingen, maar dacht niet dat ik er zonder versterking bovenuit kon komen. Dus ik hield mijn mond. Voor één keertje dan. Het meest positieve dat ik over de camping kan melden is dat ik ’s nachts bij toiletbezoek een vos over het terrein zag sluipen.

De volgende dag reden we naar een camping bij het dorp Prades. Mooie camping, prachtig dorp, maar de wegen ernaartoe. Mijn God, als die Catalanen zelfstandig willen worden mogen ze eerst weleens wat aan die wegen doen. (Dat is een rare gedachte die eigenlijk nergens op slaat.) En toen kwam dus die pizza. En regen. En harde wind. En twee lange nachten, die nog extra lang waren omdat mijn echtgenote en ik van elkaar gescheiden in een stapelbed liggen. Gescheiden door hout, verbonden door hart. Ja, lieve mensen, ik ben een romanticus, maar dan wel eentje die dubieus ruikt.

Woensdag durfde ik me voorzichtig meer dan honderd meter van het toiletgebouw te bewegen en dat ging goed. Donderdag richting de zon, richting Valencia. Bij gebrek aan open campings blijven we in de buurt van de toeristische gebieden. Diarree maakt een mens angstig.

Pablo Picasso en het belang van proper boetseren: 15-10-2024

Vandaag  zeven kilometer naar de plaats Céret gelopen en acht terug naar de camping. Er was een markt gaande die wij wilden bezoeken en bovendien is het de plaats waar grote kubisten zoals Pablo Picasso in het begin van de twintigste eeuw bivakkeerden. Het is lang geleden dat ik zo’n eind kon lopen en du moment dat ik dit typ zit ik met mijn voeten in een teiltje lauwwarm water. Een heel groot teiltje, dat dan weer wel. Onderweg heb ik luidkeels gezongen, waarop mijn echtgenote honderd meter achter me ging lopen.

Mooi plaatsje, veel toeristen, leuke markt, lekker gegeten, aardige mensen, enorm ontspannen sfeer. Ik zou er best aan kunnen wennen.

Maar nu moet ik toch echt even een delicaat onderwerp aansnijden. De keerzijde van niet met een koffertje poep te willen lopen is dat je in de toiletgebouwen op de campings moet boetseren. Ik voel daar zo’n weerzin tegen dat ik daar maar eens in de twee dagen toe in staat ben. In de eerste plaats hebben Franse toiletten geen bril. Dat is koud aan de bips en je dient voor je gaat zitten de resten van andermans creatieve arbeid te verwijderen. Nu zijn die toiletten slechts gescheiden door hele dunne wandjes, dus je hoort precies wat je buren doen. Gekreun, geplons, gesputter, geknal; soms is het net of iemand een olifant baart.

Je zou je er aan kunnen ergeren, het confronteert je met je eigen geluiden en dus doe je zo goed mogelijk stil te zijn. De beloning is dat je niet vol schaamte, maar met triomfantelijke blik je tijdelijke troon kunt verlaten, terwijl je buren niet weten waar ze moeten kijken. Ik ben een God in het diepste van mijn wezen!

Morgen vertrekken we naar Spanje en we gaan dwars door de Pyreneeën. Niet omdat het moet, maar omdat het kan.

Avignon: 9 -11 oktober

Op de camping bij Avignon zijn de bladblazers nooit ver verwijderd. Aangezien ik de afgelopen dagen diverse migraineaanvallen gehad heb dankzij de Mistral, de heftige wind die door het Rhône-dal raast, lukte het me niet om het geluid te blokken. Ik was moe, erg moe en we besloten weer twee dagen niet te reizen. Een gouden greep, zo bleek later.

Tussen 1309 en 1377 resideerden de pausen in de stad, op aandrang van het machtige Franse vorstenhuis dat en passant nog even de Tempeliers op de brandstapel gooide en de ridderorde verbood. Voor dergelijke hete argumenten waren de pausen erg gevoelig. Het pauselijk paleis staat er nog, net als talrijke ander middeleeuwse gebouwen en paleizen en veertien kilometer stadsmuur. Het centrum staat dan ook op de UNESCO-werelderfgoedlijst.

Toegegeven, de stad is prachtig en voor een enthousiaste amateurfotograaf een paradijs. Ik heb genoten van de atmosfeer en de talrijke toeristen irriteerden me niet eens bovenmatig. Ik ben mild geworden en wil niet iedereen zijn kop er meer aftrekken die me in de weg loopt, een paar oren zijn genoeg. Maar serieus, ik werd enorm geraakt door dingen die ik zag, zoals door de bedelaar die ik fotografeerde. Het contrast tussen de haves en have nots is soms wel erg groot. De welvaart komt duidelijk uit het noorden, de talrijke campers hebben voornamelijk Duitse en Nederlandse kentekenplaten.

Dezelfde avond las ik in een boek van Tommy Wieringa de zin: een gekneusde ridder in een harnas van pijn. Ik wist precies wat kameraad Wieringa bedoelde, want dat had ik die middag immers op de foto gezet. Ik hield het nauwelijks droog.

Vandaag zijn we doorgereden naar het gehucht Saint-Jean-Pla-de-Corts, vlak aan de Spaanse grens, naar een camping aan een beekje, even buiten het dorp. Hier was het stil. Hier was wifi. Onderweg niet gezongen, maar zachtjes geneuried, wat mijn wederhelft niet merkte. Over mijn wederhelft gesproken, ze heeft een geitenkaasje gekocht en als we nu de koelkast opendoen is het of de poorten van de hel zich openen.

Dat doet me denken aan een reis van jaren geleden. Ik ging met een vriend naar Andorra en toen we terug Frankrijk inreden, werden we aangehouden door de gendarmes. We reden in een oude aftandse bus en zagen er niet erg representatief uit, tenzij we de bemanning van een piratenschip zouden zijn. Onze ongewassen lijven waren al bijna teveel voor de brave agenten, maar toen we de achterklep openden deinsden ze walgend terug. We hadden namelijk kilo’s geitenkaas bij ons en het was dertig graden en we hadden geen koeling. Of we die deur snel wilden sluiten? Nou, volgaarne, want onder die geitenkaas zat een luik waar veel te veel illegale drank en wijn lag, die in Andorra nogal goedkoop was.

Vanavond hebben we gegeten in het plaatselijke dorpscafé, simpel, maar erg goed. En wij kille noorderlingen kregen een lesje in gastvrijheid. Zelden heb ik me zo welkom gevoeld. Zelfs de gasten begroetten ons vriendelijk. 

Op deze camping blijven we weer twee dagen staan. De weerberichten zijn verontrustend voor zowel Frankrijk als Spanje, er schijnen bakken met regen aan te komen. Pas  morgen kijken we verder waar we verder naartoe gaan. Het weer in Noord-Italië wordt beter is de verwachting, maar dat is weer zo’n kolere-eind rijden. Ik denk niet dat we daar zin in hebben.

En Route: 5- 8 oktober 

In drie dagen tijd hebben we 1100 kilometer gereden. Er waren tijden dat ik mijn hand niet omdraaide voor een ritje Deventer- Zagreb of Deventer- Boedapest, maar dan hebben we het wel over de jonge god van dertig jaar geleden die ik niet meer ben. Onderweg kregen we nog het droevige bericht dat onze dorpsgenote Thema Mansholt overleden is. Zij was al geruime tijd ziek. Thema was een warme vrouw die één van de drijvende krachten van de dorpsvereniging was. Toen ze ziek werd stopte ze echter met haar activiteiten. Ze heeft een speciaal plekje in mijn hart en ik maak in gedachte een diepe buiging voor haar.

Vrijdag vertrokken we eerst naar Appelscha, alwaar we uitprobeerden hoe alles werkte in de camper. Met behulp van een vriendelijke buurman kregen we alle schakelaars in de juiste positie zodat alle voorzieningen werkten. Mister en misses onkunde kregen het namelijk zelf niet voor elkaar. We besloten het chemisch toilet om meerdere redenen niet te gebruiken. Zo is daar het legendarische verhaal van Kees van Kooten die zijn koffertje poep op de trap van een luxe hotel liet vallen, met alle gevolgen van dien. Daarnaast zie je op campings en camperplaatsen vrijwel altijd de mannen met het koffertje poep lopen om die te legen. Ik wil niet gezien worden met een koffertje poep, ik heb ook mijn eergevoel.

En dan is daar mijn trauma. (Jawel! Hoera!) Vroeger bezaten mijn ouders een klein bootje en mijn vader had besloten dat daar een chemisch toilet inpaste, die moest dan in het vooronder waar een luik boven zat. Maar ook toen al was ik een stuk groter dan gemiddeld en zeker dan mijn ouders. Dus paste ik alleen maar op het toilet als het luik open stond. Kakken met je kop buiten is best lekker, maar dan wel in een stil bos en niet op een varende boot terwijl er allerlei andere mensen voorbij voeren.

Afijn, terug naar het heden. De tweede dag reden we naar een boerderijcamping in de buurt van het Limburgse Vaals. Prachtige camping, aardige mensen, schitterende omgeving, heerlijk weer, maar 348 vliegen in de camper. Ik heb ze geteld en één voor één doodgeslagen. Ik ga deze vakantie een bereconditie krijgen! Ook omdat het rijden met een camper soms best zwaar is, zoals op de Belgische wegen. Alles wat men aan negatiefs over de wegen in dat land zegt is waar. Bovendien zijn de parkeerplaatsen pure zwijnenstallen. In Luxemburg kon je bij de benzinestations geen fatsoenlijk broodje krijgen, maar wel goedkope sloffen sigaretten en drank. Er stonden dan ook lange rijen voor de kassa.

Normaliter heb ik altijd muziek aan, maar in een camper rammelt alles, lawaai zat en de honden waren ’s avonds dan ook afgepeigerd vanwege hun scherpere gehoor. Ik zelf sliep slecht en ook mijn wederhelft moest er erg aan wennen dat we stapelbedden hebben en niet samen liggen. Bovendien deint bij iedere beweging alles in zo’n wagen. Hoe doen die ANWB bejaarden dat eigenlijk? Over de ANWB gesproken; op hun site stond dat je voor de tolwegen een creditkaart of een apparaatje nodig had dat automatisch de tol afschrijft, maar je kunt tot dusver eigenlijk overal contant betalen. Natuurlijk had ik als echte control freak dat apparaatje gekocht en een betaald abonnement afgesloten. Ook diende ik een ANWB camping carnet te hebben, volgens henzelf en ook hier waren uiteraard kosten aan verbonden. En tot dusver hoefde ik nergens dat ding te gebruiken en werd me niet eens om een ID gevraagd.

Terug on the road. Men had ons aangeraden om naar een prachtige camperplaats in Langres (Frankrijk) te gaan. Die was gelegen op de fortificaties rond de stad en bovendien niet duur en met goed sanitair. Ik moet beamen dat de plek prachtig is, maar dat vonden die tweehonderd andere reizigers ook. Eigenlijk was de camping vol, maar gelukkig hielp de beheerder ons nog aan een plekje met stroom. Helaas stonden we scheef en inmiddels was het weer dusdanig omgeslagen dat ik geen enkele aandrang had om blokken onder de wielen te gaan leggen. Daardoor lag ik die nacht wel met mijn hoofd naar beneden en had ik de volgende ochtend wat evenwichtsprobleempjes.

Via de site Campercontact hadden we weer een plekje gevonden dat niet al te duur was tussen Lyon en Avignon. Dat plekje lag in een troosteloos dorpje in de middle of nowhere, naar bleek. Het was niet meer dan een veredelde parkeerplaats en hij bleek vol. Dat heb je dus met goedkope plekjes. We besloten niet meer te selecteren op goedkope plekjes en reden naar de camping die het dichtste bij was. Die lag zowaar vlak bij de doorgaande weg naar Avignon en gelukkig was er plaats. De weersverwachtingen waren abominabel. Er zou een storm met onweer komen die zich al aankondigde tijdens het rijden langs de Rhône. Ik kreeg enorme oplawaaien en moest mijn best doen om te corrigeren en niet vreselijk te slingeren. Dezelfde avond liep de camping redelijk vol met caravans en campers. De regen viel pas tegen negen uur en tot die tijd zaten we lekker buiten, want de temperaturen zijn hier best aangenaam. Vandaag (dinsdag) was er enorm veel regen voorspeld. Omdat we nogal moe zijn hebben we dus een rustdag. Stroom, toilet, een douche en een beschutte plek, wat wil je nog meer?

Morgen gaan we naar Avignon, een relatief korte rit. Ik heb nog steeds niet gezongen, dus mag vooralsnog blijven. Ik deed wel rare stemmetjes, iets wat de honden dolkomisch vonden. Zien of ik me morgen ook nog kan beheersen. Nu eerst zien of ik dit stuk met bijbehorende foto’s naar webmaster Julia kan zenden, want de Wifi is hier niet geweldig. Lekker rustig.

Voorbereiding: 1-4 oktober

Als ik denk aan reizen met een camper moet ik denken aan the Great American Dustbowl. In de jaren dertig van de vorige eeuw waaide de landbouwgrond weg uit het midwesten van de Verenigde Staten en sloegen de boeren en bewoners massaal op de vlucht voor de stofstormen. Ze hesen daarbij hun hele hebben en houwen op auto’s en reden westwaarts. Lees daarvoor ook The Grapes of Wrath van John Steinbeck.

Ik geef toe dat mijn hoofd raar werkt, mijn associaties komen ergens uit de krochten van mijn grijze brei en hoe dat precies werkt weet niemand, ook de mij ooit behandelende psychiaters niet. Men verzuchtte meer dan eens dat ik een bijzonder kind was en dat was ik. Dat hebben dikke mensen wel vaker.

De wrange grap is natuurlijk dat reizen per camper tegenwoordig juist een teken van materiele welstand is en in tegenstelling tot bovenstaande het vooral de mensen zijn die hun werkzame leven achter de rug hebben die met een moderne gemotoriseerde sleurhut op pad zijn. Denk nu niet dat wij rijk zijn, deze reis is mijn wederhelft aangeboden vanwege bewezen diensten en ik mag mee als ballast c.q. entertainment, hoewel ik wel moest beloven niet te gaan zingen onderweg. Bovendien werkt mijn wederhelft zich nog steeds een slag in de rondte als natuurbeschermer en sta ik onder contract bij een belangrijk uitgeefhuis.

Afijn, we zijn dus druk met voorbereidingen treffen en aangezien de honden meegaan staat de bijkeuken vol met accessoires die meegenomen dienen te worden en het is maar goed dat we zo’n beetje de grootste camper hebben die het verhuurbedrijf had. Ook wijzelf hebben de nodige rotzooi mee: computers, camera’s, kleren en voor mij vooral medicijnen. Onderweg kunnen we dan wel spullen kopen die we onverhoopt vergeten zijn, behalve de voor mij onontbeerlijke pillekes. Overigens heeft de voorbereiding wel de nodige stressfactoren gekend, er diende nog van alles geregeld voor mijn schoonmoeder die moeite heeft het moderne leven te volgen, dus moesten we nog een aantal keer heen en weer naar Twente. 

Daarnaast bracht ik nog een laatste bezoek aan mijn zuster die aan het revalideren is van een ernstige ziekte. Ik zal daar verder niet over uitweiden, maar die ziekte was dermate ernstig dat ik me de afgelopen weken serieus afgevraagd heb of ik wel weg kon. Maar gelukkig zit er nu zichtbare vooruitgang in haar toestand.

Waren we aanvankelijk van plan naar Toscane te gaan voor een culturele en culinaire vakantie noopten de weersverwachtingen voor die streek ons onze plannen te wijzigen. Het wordt nu een natuurreis naar Extremadura in Spanje waar we vogels gaan kijken. Mochten we in de Pyreneeën nog beren tegenkomen dan is dat mooi meegenomen. (Of juist niet.) Vooralsnog staat de eerste etappe gepland naar Appelscha. We kunnen pas om 14.00 uur de camper ophalen, dan nog terug naar huis om alles in te pakken en de honden op te halen en mochten we dan voor het donker daar zijn, dan hebben we mazzel. Maar we willen weg. Ik wil weg van de kranten, het nieuws, de oorlogen, dit kabinet en het geëtter daaromtrent. Ik wil een maand lang niets over de PVV horen. Ik zie wel of Nederland nog bestaat als we terugkomen.